Neem biobased isoleren op in de gemeentelijke omgevingsvisie
Door biobased isoleren op te nemen in de gemeentelijke omgevingsvisie maak je het onderdeel van gemeentelijke ambities en beleid.
Hoe pas je de omgevingsvisie toe?
In de omgevingsvisie legt de gemeente haar ambities en beleidsdoelen voor de fysieke leefomgeving voor de lange termijn vast. Ambities met betrekking tot een duurzame en gezonde omgeving passen daar ook in.
In het kader van de energietransitie worden veel gebouwen in Nederland beter geïsoleerd, met als doel de warmtebehoefte van deze gebouwen te verlagen. Deze isolatieopgave is ook in de meeste omgevingsvisies nadrukkelijk erkend. In het Grondstoffenakkoord is de landelijke doelstelling vastgelegd om minder primaire abiotische grondstoffen te gebruiken. In de isolatieopgave moeten we dus twee doelstellingen combineren: een lagere warmtebehoefte, en het terugdringen van abiotische grondstoffen door toepassing van biobased isolatiematerialen.
Het expliciet opnemen van het gebruik van biobased isolatiemateriaal in de omgevingsvisie zorgt voor inbedding in de beleidscyclus van de Omgevingswet. Daarmee maken we circulair beleid mogelijk, waarin we de toepassing van abiotische grondstoffen terugdringen. De omgevingsvisie dient als het ware ter onderbouwing van te maken keuzes en besluiten en zorgt voor doorwerking naar andere instrumenten die kunnen worden ingezet om het gebruik van biobased isolatiematerialen te stimuleren.
In de praktijk
In de omgevingsvisie van de gemeente Lochem wordt de inzet van biobased isolatiematerialen aangehaald als manier om klimaatneutraliteit te behalen.
Voorwaarden
- Omgevingsvisies zijn zelfbindend. Dat betekent dat het beleid geen rechtstreekse werking heeft en daardoor burgers en bedrijven niet bindt. Het schept alleen verplichtingen voor het bestuursorgaan dat de visie heeft opgesteld.
- Het zelfbindende karakter van de omgevingsvisie brengt met zich mee dat je tegen het besluit tot vaststelling van de omgevingsvisie niet in beroep kunt gaan.
- Gemeenten moeten rekening houden met de samenhang van de relevante onderdelen en aspecten van de fysieke leefomgeving en van de rechtstreeks betrokken belangen. Gemeenten moeten dus altijd een afweging maken tussen het beschermen en benutten van alle relevante onderdelen en aspecten van de fysieke leefomgeving.
Juridische toelichting
Uit artikel 3.1, eerste lid, Ow volgt dat gemeenten verplicht zijn één omgevingsvisie vast te stellen.
Artikel 3.2 Ow bepaalt de inhoud van de omgevingsvisie. De omgevingsvisie bevat een beschrijving van de hoofdlijnen van de kwaliteit van de fysieke leefomgeving, de voorgenomen ontwikkeling, het gebruik, het beheer, de bescherming en het behoud van het grondgebied. Daarnaast beschrijft de omgevingsvisie de hoofdzaken van het voor de fysieke leefomgeving te voeren integrale beleid.
De omgevingsvisie wordt vastgesteld door de gemeenteraad. Vanuit de wet is er geen verplichting tot actualisatie van een omgevingsvisie en is het dus aan de gemeenteraad om te bepalen of en wanneer wijziging nodig is. Wel kan er een looptijd van de visie worden opgenomen als de gemeente wil aangeven wanneer wijziging in elk geval moet worden overwogen.
Rechtsgebied | Publiekrecht > Staats-en bestuursrecht |
Citeertitel | Omgevingswet |
Artikel | 3.1 |
Geldig vanaf | Invalid Date |