Akkerbouwers maken gebruik van mestproducten om nutriënten en organisch materiaal toe te voegen aan de bodem om de groei van gewassen te bevorderen. In Nederland wordt voornamelijk dierlijke mest en kunstmest gebruikt voor het toevoegen van nutriënten aan de bodem.
Veel akkerbouwers gebruiken daarnaast eens in de zoveel tijd (~3 jaar) compost, met name om organische stof toe te voegen aan de bodem.
Het voordeel van compost ten opzichte van dierlijke of kunstmest is dat het (meer) organische stof bevat, het hele jaar uitgereden mag worden en dat slechts 10% van de nutriënten meetelt voor de wettelijke jaarlijkse marge van mest.
Decentrale overheden kunnen financiële ondersteuning bieden om compost aantrekkelijker te maken ten opzichte van dierlijke mest.
Op dit moment moet je om compost uit te rijden machines aanschaffen of inhuren, terwijl je subsidie krijgt voor het gebruik van dierlijke mest vanwege het mestoverschot. Door subsidie te verstrekken voor (een deel) van de kosten voor de huur van compostuitrij-machines kan een deel van deze financiële barrière worden weggenomen.
Het stimuleren van gebruik van compost kan bijdragen aan het behalen van de Europese doelstelling om in 2030 minstens 20% minder kunstmest te gebruiken.
Bovendien wordt door het subsidiëren van de huur - en niet de aanschaf van machines - de deeleconomie en dus de circulaire economie gestimuleerd. In plaats van meer machines per ondernemer, die de meeste tijd van het jaar stilstaan, is het beter om het gebruik van minder machines door meerdere ondernemers te stimuleren
Bij ons zijn nog geen voorbeelden bekend van dit instrument.
Ga jij er mee aan de slag? Laat het ons dan weten.
In artikel 4.21 e.v. in het Algemene wet bestuursrecht (Awb) is de wettelijke regeling voor subsidies opgenomen. Uit artikel 4:23 lid 3 Awb blijkt in welke gevallen de overheid een subsidie kan verlenen zonder dat daarvoor een wettelijke grondslag of subsidieregeling vereist is, zoals bij een incidentele subsidie.
Van incidentele gevallen is sprake als zowel het aantal subsidieontvangers als het tijdvak van subsidiëring beperkt is.
Het verstrekken van een incidentele subsidie behoort tot de beleidsvrijheid van het bestuursorgaan (zoals de gemeente - Tekst & Commentaar bij artikel 4.23 lid 3 Awb). Daarom is er geen wettelijke grondslag voor vereist.
De grondslag voor het sluiten van een uitvoeringsovereenkomst is te vinden in artikel 4.36 Awb. Dat is de overeenkomst tot subsidieverlening.
Rechtsgebied | Publiekrecht > Fiscaal recht |
Citeertitel | Algemene wet bestuursrecht |
Artikel | 4:21 |
Geldig vanaf | Invalid Date |