De gemeente kan op de volgende manieren de afvalstoffenheffing in rekening brengen bij huishoudens:
Een gedifferentieerd tarief wordt ook wel Diftar genoemd. Diftar houdt in dat er een variabel bedrag in rekening wordt gebracht, gebaseerd op de inzamelfrequentie of de hoeveelheid afval (aantal kg of aantal containers) die een huishouden aanbiedt.
Het variabele tarief kan bijvoorbeeld gekoppeld worden aan de capaciteit van een huis-aan-huis-container, het aantal keren dat een container wordt geleegd of het aantal aangeboden afvalzakken in de ondergrondse container.
Met Diftar kan afvalvermindering worden gestimuleerd: des te meer afval wordt aangeboden, des te meer de particulier betaalt voor de inzameling en verwerking van het afval in de vorm van de afvalstoffenheffing.
Kijk voor meer informatie over de afvalstoffenheffing op de website van de VNG .
De overheid heeft verschillende ambities op het gebied van GFE/T, zoals het stimuleren van huishoudens om minder voedsel te verspillen en het hoogwaardig verwerken van GFE/T tot compost.
Waarmaken van die laatste ambitie begint bij het goed scheiden van GFE/T door huishoudens.
Geen heffing op GFE/T
Om het scheiden van GFE/T nog meer te stimuleren kan de gemeente ervoor kiezen om de GFE/T gratis in te zamelen, in combinatie met een vaste en gedifferentieerde heffing over het restafval van huishoudens.
Dit maakt huishoudens bewuster over de hoeveelheid restafval die zij weggooien. En het stimuleert huishoudens om GFE/T apart in te zamelen en restafval beter te scheiden.
Blijkt dat huishoudens te veel restafval bij het gratis GFE/T gooien, dan kan de gemeente dit oplossen door ook een variabel tarief aan GFE/T te koppelen. Om het goed scheiden van afval te promoten, moet dit tarief lager zijn dan het variabele tarief op restafval.
Combinatie vast en diftar tarief
Een combinatie tussen een vast tarief aangevuld met een variabel tarief van afvalstoffenheffing kan op vergelijkbare wijze als rioolheffing worden toegepast.
Vast tarief
Het vaste tarief voor restafval dekt onder andere de onvermijdbare organische resten (oneetbare dingen zoals schillen en pitten etc.).
Het tarief kan vastgesteld worden op basis van een gemiddelde hoeveelheid onvermijdbare organische resten per persoon per jaar. Alles daarboven is vermijdbare verspilling. Dat kun je ontmoedigen met een variabel tarief, gebaseerd op de hoeveelheid afval dat een huishouden produceert.
De gemeente kan de hoeveelheid ingezameld restafval terugkoppelen aan de huishoudens. Zo kunnen ze gedurende het jaar bijhouden of ze boven of onder het gemiddelde zitten.
Variabel tarief (diftar)
Het variabele tarief wordt aan de hoeveelheid ingezameld, gescheiden restafval en GFE/T gekoppeld. Dit kun je op de volgende manieren monitoren:
Het risico van diftar is dat het aanzet tot meer zwerfafval, omdat huishoudens het duur vinden. Door te zorgen dat de diftar op restafval in ieder geval hoger is dan de diftar op GFE/T, verminder je dit risico en stimuleer je hoogwaardig scheiden.
De website COELO brengt de verschillen van afvalstoffenheffing per gemeente in kaart. 42% van alle huishoudens in Nederland wonen in een gemeente die diftar heeft ingevoerd. Meestal is diftar toegespitst op restafval en niet op GFE/T.
Huishoudens betalen in deze gemeenten per kilo, per zak, per inworp of per lediging. Vaak is diftar gecombineerd met een basistarief.
In de praktijk zien we verschillende vormen van gecombineerde afvalstoffenheffing en het gescheiden inzamelen van GFE/T:
Op grond van artikel 15.33 lid 1 van de Wet milieubeheer kan de gemeente een afvalstoffenheffing instellen voor huishoudens die in het bezit zijn van een woning.
Daarnaast moet de afvalstoffenheffing altijd op 100% uitkomen. Dit betekent dat de afvalstoffenheffing kostendekkend moet zijn: er mag geen verlies of winst op worden gemaakt.
Rechtsgebied | Fiscaal recht > Fiscaal recht |
Citeertitel | Wet milieubeheer |
Artikel | 15.33 |
Geldig vanaf | TBD |